Bubbels

‘Oké jongens, even luisteren allemaal. Over een half uur verzamelen we hier in de Refter voor de dropping. Oké?’
‘Yeah!’ klinkt er van alle kanten.
‘Mooi. Doe in de tussentijd wat je moet doen. Omkleden, toilet, douchen. En vergeet niet warme kleren mee te nemen of aan te doen. Het kan behoorlijk fris worden, later op de avond.’
‘Nacht zul je bedoelen’ zegt een van de kinderen, waarop het ‘yeah’ weer klinkt.
Noa tikt Mink aan en zegt met een schuin hoofd ‘Wij bij elkaar in de groep?’
Mink voelt meteen weer de bubbels in zijn lijf opkomen. Het is nu zes dagen geleden dat het zomerkamp op Terschelling begon en hij Noa voor het eerst zag. Vanaf dat moment voelde hij de eerste bubbels in zijn lijf. Zoals bubbels in een glas cola opstijgen, van zijn tenen naar zijn hoofd. Gaandeweg de week werden het er steeds meer. Elke gelegenheid greep hij aan om bij Noa in de buurt te zijn. Hij weet vrijwel zeker dat zij dat ook naar hem deed.

Een uur later lopen ze een bos in, achter hun groepje aan. Zelden heeft Mink zich zo op zijn gemak gevoeld bij een meisje. Praten met haar gaat zo gemakkelijk en samen stil zijn voelt niet óngemakkelijk. Sinds vanavond raken ze elkaar ook veel meer aan. Een arm om elkaars schouder, handen in elkaar, zelfs handen in elkaars broekzak waar ze samen om gniffelen. Ze horen wel bij de groep, maar eigenlijk bungelen ze er een beetje achteraan, in hun eigen cocon.

Het is ver na middernacht als de groep tot de conclusie komt dat ze de weg kwijt zijn. De nacht is koud en het is aardedonker. Ze zijn moe en besluiten op een beschutte plek te gaan wachten tot het weer licht wordt.
Als Mink een fleecedeken uit zijn rugzak haalt, kijkt Noa hem met een verlangende blik aan. Hij verdrinkt bijna in de bubbels als hij samen met haar onder de deken ligt.
Ze kruipt dicht tegen hem aan en nestelt haar neus in zijn nek. Hij voelt haar warmte en zonder na te denken, kust hij Noa op haar mond. ‘Waar haal je het lef vandaan?’ denkt hij, verbaasd over zijn eigen actie. ‘Misschien wil ze dit helemaal niet.’ Maar de kus wordt direct beantwoord. Ditmaal blijven hun lippen op elkaar. Net op het moment dat hij zijn mond wil terugtrekken, voelt hij haar tong op zijn lippen. Nooit eerder voelde hij deze sensatie en hij laat het over zich heen komen terwijl haar tong z’n weg zoekt naar de zijne. Hij probeerde zich wel eens voor te stellen hoe dat moet, ‘tongen’, maar nu het echt mag, weet zijn tong als vanzelf wat te doen.
Aan alles wat hij doet, merkt hij dat Noa het prettig vindt. Niet door woorden maar door haar bewegingen of kleine geluidjes.
Als het een paar uur later licht wordt, liggen ze nog steeds in elkaars armen. ‘Goeiemorgen’ fluistert Noa.